Medicatiebeleid Callazorg
Dit protocol beschrijft de taken en verantwoordelijkheden van Callazorg en diens zorgmedewerkers m.b.t.het medicatieproces. Het protocol is gebaseerd op het protocol de ‘Veilige principes medicatieketen’ opgesteld door de Task Force medicatieveiligheid care (ActiZ, KNMP, NVZA, Verenso, BTN, LHV, LOC, NHG, NPCF, NVAVG, VGN en V&VN). De ‘Veilige principes medicatieketen’ zijn een ontwikkeltraject: gaandeweg kunnen zaken worden aangescherpt of aangevuld op basis van ervaringen in het veld. In de ‘veilige principes’ wordt het medicatieproces onderscheiden in 6 stappen:
Stap 1: Voorschrijven
Stap 2: Ter hand stellen
Stap 3: Opslag / beheer van de medicatie
Stap 4: Gereed maken
Stap 5: Toedienen / registreren
Stap 6: Evaluatie
Taken en verantwoordelijkheden van Callazorg m.b.t tot het medicatieproces. Hierin worden de stappen binnen Callazorg m.b.ttothet medicatieprocesvan de cliëntuitgewerkt.
Stap 1: Voorschrijven
– Callazorg heeft een beleid, waarin de taken en verantwoordelijkheden van de zorgmedewerkers worden genoteerd m.b.t de medicatie en bijbehorende onderdelen.
– Callazorg heeft afspraken met betrokken artsen en apothekers.-Callazorg heeftvastgestelde afsprakenmet artsen m.b.t de uitvoering van de voorbehouden en de communicatie over risicovolle handelingen(uitgaande van het uitvoeringsverzoek)door zorgmedewerkers in het zorgdossier.
– Callazorg spreekt met cliënt bij de uitvoering van het intakeprocedure of ersprake is vanBEM, gedeeltelijk in beheer of volledig in beheer. Dit wordt vastgesteld in het zorgdossier.
– Callazorg heeft in het zorgdossier een onderdeel bestaande uit het medicatiebeheer van de cliënt.
– Callazorg noteert afspraken met betrekking tot de overname van het medicatiebeheer in het zorgplan. Hierbij wordtde cliënt en indien van toepassing de mantelzorger op de hoogte gesteld van de eigen rol van de cliënt en de bijbehorende verantwoordelijkheden.
Stap 2: Ter hand stellen (afleveren door de apotheker)
Callazorg heeft een actueel medicatieoverzicht en medicatieverantwoordingslijst van de cliënt. Deze worden bijgehouden in het zorgdossier van de cliënt, wijzigingen van de medicatie worden ook zorgvuldig door de zorgmedewerkers bijgehouden in het zorgdossier. Callazorg heeft geen verantwoordelijkheid bij de transport van de medicatie. Indien de cliënt of de mantelzorger niet in staat is de medicatie met een medicatieverantwoordingslijst zelf op te halen. Zal de apotheker deze bij de cliënt thuis laten bezorgen. Indien er wijzigingen plaatsvinden over de medicatie van cliënt, zal Callazorg dit bespreken met de arts, apotheek en de cliënt. De afspraken worden hierbij genoteerd in het zorgdossier. Callazorg houdt een actuele medicatieoverzicht en medicatieverantwoordingslijst in het zorgdossier bij.
Stap 3: Opslag/beheer van de medicatie
Callazorg gaat samen met de apotheker in gesprek, indien een cliënt medicatie in beheer heeftwat niet meer gebruikt wordt door de cliënt. Wanneer de cliënt of diens mantelzorger niet in staat is de overbodige medicatie te retourneren aan de apotheek. Zal een medewerker binnen contact opnemen met de apotheek, zodat de apotheekdezemedicatie kan ophalen.
Stap 4: Gereedmaken
Callazorg draagt de verantwoordelijkheid m.b.t tot de bekwaam en-bevoegdheid van de zorgmedewerkers bij het verstrekken van de medicatie. Callazorg biedt scholing over medicatie en hanteert een overzicht van bekwaam-en bevoegdheden van de zorgmedewerkers. ZZP’ers dienen ten alle tijden gecertificeerd te zijn. Callazorg werkt met een planning, zodat de medewerkers adequaat kunnen werken overeenkomstig met diens verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Callazorg sluit afspraken met de arts en apotheek m.b.t de procedure ’voor toediening gereed maken’ (infuuszorg).
Stap 5: Toedienen/registreren
Callazorg draagt de verantwoordelijkheid m.b.t tot de bekwaam en-bevoegdheid van de zorgmedewerkers bij het verstrekken van de medicatie. Callazorg biedt scholing over medicatie en hanteert een overzicht van bekwaam-en bevoegdheden van de zorgmedewerkers. ZZP’ers dienen ten alle tijden gecertificeerd te zijn. Callazorg hanteert bij losse risicovolle medicatie dubbele controle, uitvoorzorg in geval vanverkeerde dosering.Dit wordt samen met de apotheek overlegt. Onderstaande medicatie wordt door Callazorg gezien als risicovolle medicatie:
– Bloedverdunners
– Cytostatica
– Insuline
– Medicatie via infuus
– Opioïden
(Callazorg is ten alle tijden bevoegd wijzigingen aan te brengen m.b.t de lijst van risicovolle medicatie).
Stap 6: Evaluatie (gebruik, (bij)werking etc.).
Callazorg heeft een procedure m.b.t het melden van incidenten, waarbij Callazorg verantwoordelijkheid draagt bij de opvolging en terugkoppeling. Zie hiervoor de MIC procedure.
Taken en verantwoordelijkheden van zorgmedewerkers m.b.t tot het medicatieproces. Hierin worden de stappen, die medewerkers binnen Callazorg hanteren m.b.t tot het medicatieproces van de cliëntuitgewerkt.
Stap 1: Voorschrijven
Zorgmedewerkers binnen Callazorg bemerken of de cliënt de medicatie, geheel of gedeeltelijk kan of wil beheren. Indien van toepassing wordt dit volgens procedure met de cliënt besproken. Mits de cliënt de medicatie niet zelf kan beheren, zal de zorgmedewerker binnen Callazorg de procedure starten met betrekking tot het aanvragen van de indicatie voor medicatiebeheer. De zorgmedewerker informeert hierbij de arts en apotheek over de overnamevan het medicatiebeheer. De zorgmedewerker zal hierbij de cliënt adviseren de arts en apotheek op de hoogte te stellen van de zelfzorgmedicatie. De zorgmedewerker legt de gemaakte afspraken vast in het zorgdossier. De zorgmedewerker neemt alleen werkzaamheden op zich met betrekking tot zijn/haar verantwoordelijkheden en bevoegdheid. De zorgmedewerker draagt daarbij zorg voor de overdracht van de medicatiegegevens.
Stap 2: Ter hand stellen (afleveren door de apotheker)
De zorgmedewerkers binnen Callazorg hebben GEEN verantwoordelijkheid m.b.t tot de transport van de medicatie tussen apotheek en de cliënt.
Stap 3: Opslag/beheer van de medicatie
De zorgmedewerker draagt de verantwoordelijkheid de gemaakte afspraken m.b.t de opslag en beheer in het zorgdossier te noteren(Waar en hoe te bewaren). De zorgmedewerker bewaart het meegeleverde bijsluiter in het zorgdossier van de cliënt. Bij gebrekkig opslag van de medicatie bij de cliënt thuis, zal de zorgmedewerker dit met de cliënt bespreken. De zorgmedewerker heeft geen verantwoordelijkheid in de transport van de retourmedicatie. Indien de cliënt of diens mantelzorger niet in staat is de medicatie te retourneren. Zal de zorgmedewerker dit met de apotheek overleggen, zodat de apotheekde medicatiekanophalen bijde cliënt. De zorgmedewerker signaleert vroegtijdig en regelt de bijbestellingen en herhaalrecepten.
Stap 4: Gereedmaken
De zorgmedewerker zal werken met een door de apotheek geleverde actuele medicatieverwoordingslijst. En maakt de medicatie gereed volgens de geleverde geldende voorschriften.Indien er veranderingen plaatvinden binnen de cyclus, zal de inhoud van de GDS gewijzigd worden door de apotheek (Uitzondering zijn de veranderingen buiten de openingstijden van de apotheek).
Stap 5: Toedienen/registreren
De zorgmedewerker binnen Callazorg zal medicatie alleen toedienen, indien daarin bevoegd en bekwaam. Hierbij werkt de zorgmedewerker zorgvuldig en nauwlettend. De zorgmedewerker zal aan de hand van de actuele medicatieverantwoordingslijst van de apotheek de medicatie toedienen. Bij risicovolle handelingen zal er gehandeld worden naar uitvoeringsverzoek van de arts. De medicatie zal door de zorgmedewerker op de juiste tijd, met de juiste dosis, op de juiste wijze bij de cliënt worden toegediend. Vooraf wordt er door de zorgmedewerker gecontroleerd of de aangegeven etiketovereenkomt met de medicatie op de medicatieverantwoordingslijst. Waarbij het aantal ook wordt gecontroleerd door de zorgmedewerker. Per medicinering wordt afgetekend op zowel de medicatieverwoordingslijst en de GDS. Indien medicatie niet wordt toegediend, zal de medewerker dit toelichten. De zorgmedewerker zal nauwlettend toezicht houden op losse medicatie, zo nodige medicatie, wijzigingen in de medicatie en medicatie op afwijkende tijden. Bij incorrecte inhoud van de GDSof twijfel, zal de zorgmedewerker contact opnemen met de apotheek en/of arts van de cliënt. Daar waar nodig zal de zorgmedewerker dubbele controle uitvoeren, houdend aan de regels van Callazorg. De medicatielijst en medicatieverantwoordingslijst zullen overeenstemmend met de regels van Callazorg, actueel worden bijgehouden in het zorgdossier.
Stap 6: Evaluatie (gebruik, (bij)werking etc.)
Bijwerkingenen werkingenzullen door de zorgmedewerker worden bijgehouden en genoteerd in het zorgdossier. De zorgmedewerker zal de cliënt adviseren bijwerking te melden bij de apotheek en arts. Indien nodig zal na overleg met de cliënt, de zorgmedewerker bijwerkingen melden bij apotheek en/of arts. De zorgmedewerker zal incidenten melden conform regels Callazorg. De medewerker zal deelnemen aan de periodieke medicatiebeoordeling conform afspraken Callazorg.
Medicatieproces
Plaatsvinden wijzigingen Baxterrol
Bij wijzigingen in de medicatie m.b.ttotde Baxterrol, zal Callazorg als volgt handelen.
Bij openingstijden apotheek:
Bij nieuwe medicatie zal de losse medicatie samen met de nieuwe medicatieoverzicht en medicatieverantwoordingslijst worden geleverd door de apotheek. Indien de medicatie bij de cliënt stopt zal Callazorg contact opnemen met apotheek. De apotheek zal hierbij beslissen of de wijziging per direct in zal gaan, of er kan worden gewacht tot de volgende rol. Indien de apotheek beslist direct tot wijziging in te gaan, zal de rol moeten worden langsgebracht (Hiertoe heeft Callazorg geen verantwoordelijkheid) dan wel door de apotheek worden opgehaald. De gestopte medicatie zal door de apotheek uit de rol worden gehaald en diezelfde dag worden gebracht naar de cliënt samen met een nieuwe medicatieoverzicht en medicatieverantwoordingslijst. Indien de apotheek beslist niet direct te handelen, zal de apotheek de nog te verwerken rol aanpassen en de gestopte medicatie hieruit verwijderen. De medicatie zal volgens reguliere bezorgtijden bij de cliënt worden afgeleverd.
Buiten openingstijden apotheek:
Bij nieuwe medicatie zal de dienstapotheek de medicatie leveren tot de eerst volgende werkdag. Hierbij wordt de medicatie voorzien van toedieningslijst van het betreffende medicijn. De dienstapotheek zal de eigen apotheek van de cliënt faxen met afleveringsinformatie en kopie van het recept. De eerstvolgende werkdag zal de eigen apotheek van de cliënt deze informatie verwerken en wijzigen aanbrengen in de medicatieoverzicht en medicatieverantwoordingslijst. Deze zal worden geleverd aan de cliënt met eventuele extra voorziening van medicijnen tot aan de volgende rol.
Bij de stop van medicatie zal de zorgmedewerker binnen Callazorg de medicatie uit de rol halen en deze niet toedienen bij de cliënt. De zorgmedewerker volgt hierbij de schriftelijke opdracht van de voorschrijver. Bij identificeerbare medicijnen zal de zorgmedewerker het medicijn verwijderen, indien het medicijn niet identificeerbaar is of bij twijfel, zal de rol naar de dienstapotheek worden gebracht. Callazorg zal de eerstvolgende dag contact opnemen met de eigen apotheek van de cliënt en de wijziging doorgeven, en vragen tot aanpassing. De te stoppen medicatie zal schriftelijk (door voorschrijver) aan de apotheek worden doorgegeven.